Janne van Gilst is een geboren en getogen Zeeuwse en steekt dat niet onder stoelen of banken. De onderzoeker en fotograaf, woonachtig in Den Haag, haalt inspiratie uit haar Noord-Beveland en strooit om de haverklap met Zeeuwse feitjes. In deze reportage kijk je door de ogen van Janne naar de provincie en lees je meer over haar nieuwe project: een film en boek over de boerentraditie ‘strao’.

 

Afscheid nemen van thuis

“Vanuit het huis van mijn ouders kun je de Zeelandbrug zien.” Janne kijkt dromerig als ze erover vertelt. Haar familie woonde oorspronkelijk al generaties lang in een ander huis op Colijnsplaat. “Er was een grote tuin met daarnaast een bos. Echt geweldig! Ik ben daar ook geboren. Helaas zou het huis gesloopt worden, dus kregen we een nieuwe plek toegewezen, dat met uitzicht op de Zeelandbrug. Het afscheid was heftig. Gelukkig heb ik alles vastgelegd met m’n camera.” Uiteindelijk is het huis niet gesloopt. De buurman heeft het gekocht en sindsdien wonen er huurders. Het zit Janne duidelijk niet lekker: “Dat blijft raar. Misschien is het tijd om iets met het materiaal te doen.”

Zeeuwse anekdotes

Aan het oude huis kleeft een familielegende. Janne: “De opa van mijn opa, Bas Bastiaanse, is ooit door de zolder van de naastgelegen schuur gezakt en heeft heel lang op zijn kop gehangen. Van schrik kreeg hij een pluk wit haar!” Anekdotes vertellen is wat Janne graag doet. “Na de middelbare school ging ik op kamers in de grote stad. In Den Haag ging een wereld voor me open. Tegelijkertijd was het een enorme cultuurshock. Ik ging van het rustige Colijnsplaat naar de chaos van de stad. Door het drukke verkeer durfde ik er eerst niet te fietsen.” Als ze op de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten een anekdote van thuis vertelde, werd ze vreemd aangekeken. “Bijvoorbeeld als het over landbouwgewassen ging. Mijn basisschool bestond uit 30 kinderen, ik kwam niet zoals mijn medestudenten van een grote vrije school. Je bouwt toch andere kennis op. Terug in Zeeland was het niet anders. Mijn oude vrienden keken juist weer vreemd op als ik vertelde over de academie. Alsof ik inmiddels een andere taal sprak.”

“Mijn specialisme? Noord-Beveland, eilanden en landbouw.”

 

Geschiedenis van Noord-Beveland onder de loep

Je zou de onderzoeker en fotograaf een wandelende encyclopedie van Noord-Beveland kunnen noemen. Janne: “Op de academie werden we geleerd om te graven in wat jou fascineert. Je hart moet er liggen als je een documentaire maakt. Mijn specialisme? Noord-Beveland, eilanden en landbouw.” Naast haar ligt een boek, onderzoek laat haar niet los. “Gisteravond uitgelezen. Het is een roman over Orisant, een verdwenen eiland dat 40 jaar bestaan heeft in de Oosterschelde. Het ligt 20 meter onder water, vlakbij Colijnsplaat.” Janne strooit met het ene feitje na het andere, ondertussen wijzend op Google Maps in haar telefoon. “Wist je dat Colijnsplaat één van de eerste dorpen in Nederland was met een recht stratenplan?”

 

Strao

Op tafel ligt decoratie om de manen van paarden mee te versieren. Janne: “Ik was op zoek naar landbouwtradities en kwam zo bij ‘strao’ terecht. Een traditie op Schouwen-Duiveland waarbij werkpaarden worden gebruikt. Toen ik het voor het eerst bijwoonde wist ik gelijk dat dit een groot project moest worden.” Straorijden is een jaarlijkse boerentraditie waarbij de paarden na een lange winter voor het eerst weer naar buiten gaan. Ze rijden een rondje over het strand, gaan de zee in en worden daarna feestelijk door de fanfare onthaald in het dorp waar ze vaak langs bejaardenhuizen rijden. Janne: “Haast exotisch om te zien en toch ook zo Zeeuws. Het was bijna uitgestorven. Eén van de redenen waarom ik het graag wilde vastleggen.” Ze begint te grinniken: “En ik werd een beetje verliefd op de dieren, maar ik ben dan ook een paardenmeisje.”

Metamorfose: van sierpaard naar werkpaard Haar idee stuurde ze naar het Zeeuws Museum, een curator kwam vervolgens op atelierbezoek. Janne’s project bleek goed te passen in de tentoonstelling Nooit Meer Werken die vanaf eind april 2019 te zien is. “Ik kreeg de opdracht om een film te maken. Op verschillende plekken in Schouwen-Duiveland heb ik de handelingen vastgelegd: van Burgh-Haamstede tot Serooskerke. Zowel het versieren voor de strao als het gereedmaken voor werk. Een metamorfose: de paarden krijgen ineens een andere functie.” Het filmen was best spannend, vertelt Janne, vooral als de paarden het water in gaan. “Het zijn dan ook grote beesten en er gebeurt best vaak een ongeluk. Bijvoorbeeld dat een paard kopje onder gaat met zijn ruiter.”

“Wist je dat pas sinds 1960 vrouwen meerijden?”

 

Boek vol highlights Naast de film maakt Janne een boek. “Het wordt een oplage van 500 exemplaren. Het boek komt door heel Nederland te liggen, waaronder de winkel van het Zeeuws Museum.” Er zijn nog een aantal dingen die ze moet uitzoeken. “Het viel me op dat de ruiters altijd op een Perzisch tapijtje zitten. Ik heb al iets gevonden in het archief van het Zeeuws Museum. Hopelijk levert dat een link op.” Ook andere highlights krijgen een plek in het boek. “Het is een eeuwenoude traditie, het dook in de literatuur al op in 1643, maar wist je dat pas sinds 1960 vrouwen meerijden?” Het mooist vindt Janne dat de traditie van generatie op generatie wordt doorgegeven. “En het is echt van alle leeftijden. Zo ontmoette ik een familie met een aantal fanatieke zoons waarvan hun vriendinnen ook meerijden. Ze winnen alle prijzen, maar letten ook op alle kleine regeltjes. ‘Het is onze cultuur’, zeggen ze dan. Het gaafst vond ik de strao bij Serooskerke. Heel gemoedelijk. Daar hing wat mij betreft de beste sfeer.”

 

Een mooi Zeeuws cadeautje

Janne werkt met de vaart van een hogesnelheidstrein. Voor het project doet ze bijna alles zelf: van fondsen aanschrijven en het filmen tot een boek uitgeven. Daarnaast werkt ze bij de academie waar ze zelf studeerde en geeft ze geschiedenislessen in Museum Meermanno. Gelukkig weet Janne af en toe te ontspannen. “In de zomer zwemmen we vaak ‘s avonds in de zee en zoeken we naar zeevonk in het water.” Ze moest wel een beetje wennen aan Scheveningen. “In Zeeland hebben we de schoonste stranden van het land, dat is hier wel anders. Ik merk ook dat als ik lang in Den Haag ben, ik Zeeland echt mis. Dan moet ik de zeelucht ruiken en de horizon zien, weg van de hoogbouw.” Janne eindigt het gesprek met een mooie anekdote, uiteraard verbonden aan haar Noord-Beveland. “Het kerstdiner vissen we nog altijd bij elkaar. Het was die dag windstil bij Colijnsplaat en het water bewoog amper. Ineens doken er bruinvissen op: een magisch moment! We staan vaak op de dijk, maar hadden ze nog nooit gezien. Echt een mooi Zeeuws cadeautje.”

Tekst Kim van Zweeden
Foto’s bovenaan Melanie van Zweeden
Foto’s onderaan Janne van Gilst (uit haar eerdere publicatie 'Geestgrond' en van haar nieuwe strao-project)
Delen