Een ‘Instagramdichter’. Zo wordt Christian van Zweden genoemd, beter bekend als DUIF. Presentatoren Tim van Besten en Chantal Janzen zijn fan van de Goesenaar. En niet alleen zij. Groôs zocht hem op en praatte over zijn online aanbidders. Ook komt zijn liefde voor duiven aan bod, net als de jaren zeventig typemachine, het plakken van stickers in de openbare ruimte en zijn toekomstplannen.
Een oude duiventil
Onder de naam ‘Stinkletters’ begon Chris een jaar geleden met het online delen van korte verhalen. Hij startte ook gelijk met het wildplakken ervan in het straatbeeld. “Pas toen ik werd opgemerkt en het een beetje uit de klauwen liep, heb ik de naam veranderd. Stinkletters was te humoristisch. Ik wilde iets mooiers. Ook was het toen nog anoniem, dat is nu anders.” En daar was DUIF. Kleine gedichtjes over alledaagse thema’s op social media en op lantaarnpalen. Maar waarom juist die naam? “Als kind speelde ik veel op het pleintje achter ons huis in Goes. Bovenop een van de schuren stond een houten huisje. Het bleek een oude duiventil. De buurman had ook allemaal prijzenbekers van duivenwedstrijden. Dat greep me! Samen met m’n vader ben ik vervolgens in ons schuurtje voor vier duiven gaan zorgen. Ze kregen een plek boven de fietsen. Nog altijd als ik duiven zie vliegen, maak ik foto’s. Ze zorgen voor goede herinneringen aan vroeger, aan hoe ik voor de duiven zorgde met m’n vader.”
Vertraagd werken op de typemachine
“Groôs is met een dakje toch? Of puntjes?” De dichter klemt een vel papier vast. Hij is trots op zijn jaren zeventig typemachine. “Ik vond ‘m op Marktplaats. ‘We moeten af van die oude troep’, riep dat stel. Ik vind het juist heerlijk ómdat het oud is en omdat het vertraagd werkt.” Chris werkt eerst zijn ideeën uit in kladboekjes of op zijn telefoon. Daarna gaat hij pas met de Torpedo aan de slag. “Er zitten altijd woorden of zinnen in m’n hoofd. Soms als ik ze opschrijf, vormen ze meteen een gedicht. Het uitschrijven ervan moet wel echt met de hand. Pas dan zie ik of het goed is. Regelmatig moet dat opnieuw, al ben ik niet echt van de perfectie.” Als Chris tevreden is, tikt hij de gedichten netjes uit op de schrijfmachine. Daarna knipt hij ze één voor één uit en voorziet ze van dubbelzijdige tape. “Het is echt monnikenwerk, maar ik vind het heel vet.”






Zeeuwse gedichten
Al honderden stickers heeft hij in de openbare ruimte geplakt. Chris: “Ik heb ze altijd bij me. Meestal plak ik ze op lantaarnpalen. Daar waar het in het zicht springt en er nog wat mist op straat. Ik stuur de stickers ook regelmatig op naar mensen, die ze weer op andere plekken in Nederland plakken. Het ergste wat kan gebeuren? Misschien dat een agent me in de kraag vat en roept: ‘Wat doe je?!’. Maar zie je het al voor je? ‘Ik ben gedichten aan het plakken.’ Daar doe je toch niks tegen? Het blijft een beetje spannend, maar ik heb er ondertussen wel schijt aan.” Chris schrijft niet per se over gewichtige thema’s. “Ja, liefde dan weer wel. Het kan cliché zijn, dat geef ik toe. En misschien schrijf ik wel over een thema zoals racisme, maar ik zal het nooit als grove titel gebruiken. Ik ben meer subtiel en beschrijvend. En de gedichten gaan regelmatig over Zeeland. Net als die ik nu voor jullie ga typen.” Hij drukt geconcentreerd en met beleid de letters in, zodat de inkt niet op het papier vlekt. “Even stil jongens!”
“Of ik aanbidders heb? Ja, er zijn er wel een paar.”
Online aanbidders
“Toen Tim van Besten (televisiemaker en presentator) een gedicht van me deelde op Instagram, ging het heel erg hard. Dat leverde zoveel volgers op. Ik ben stiekem een Instagramdichter geworden.” Lachend voegt hij eraan toe: “Een soort fenomeen.” Eén van de dingen die hij zo tof vindt aan social media is de interactie. Chris: “Ik krijg veel reacties op wat ik deel en ontvang veel persoonlijke berichten. Of ik aanbidders heb? Ja, er zijn er wel een paar. Ik ben van nature heel spontaan en enthousiast. Reageer op alles en iedereen. Vaak hebben aanbidders een geromantiseerd beeld van me. Toen ik nog anoniem postte, kreeg ik zelfs berichten van jongens die dachten dat ik een meisje was. Maar ook dat contact was leuk. Je wil als dichter natuurlijk erkenning voor je werk. Ik ben nu soms wat meer terughoudend, maar ik wil niet huiverig worden door een paar minder goede ervaringen. Daarvoor zijn er te veel oprecht geïnteresseerde mensen.”








“In mijn eerste bundel komen 120 nieuwe gedichten.”
Hulpverlenend schrijven
Onlangs trad Chris voor het eerst op. “Dat was in de Rotterdamse Schouwburg. Ik was heel zenuwachtig, het ging helemaal in m’n lichaam zitten. Maar, het was helemaal de shit hoor. In het begin zat m’n adem hoog, maar daarna was het genieten. De mensen klapten ook steeds tussendoor. In de spoken word scene zijn de mensen heel relaxed en vriendelijk naar elkaar toe.” Naast optredens is de dichter ook bezig met zijn eerste bundel. “Alles wat je online leest? Nou, dat zijn de afvallers. De anderen gaan in de bundel. Ik ben nu over de helft. Het moeten 120 gedichten worden. Het uitgeven in 2018 gaat zeker lukken! Ik zou het graag in de zomer uitbrengen, maar het is erg druk naast m’n studie. Het dichten stopt natuurlijk niet, de uitwerking soms wel. Het uitschrijven, fotograferen en online zetten kost veel tijd.” Toch heeft hij nog een ander project lopen. “Een vrouw die poppen maakt voor mensen met sociale problemen heeft me onlangs benaderd. Ik schrijf de tekstjes die op een insert card worden ingesproken. Ik studeer Social Work en dit is hulpverlenend schrijven. Toen ik het verzoek binnenkreeg, was ik dan ook gelijk gemotiveerd!”
Dromen van duiven in Dishoek
In de vensterbank ligt een notitieblokje en een pen. En niet alleen op deze plek zien we pen en papier. Overal in het appartement kan Chris zijn krabbels kwijt. Hij is naar Rotterdam verhuisd voor zijn studie, maar zou graag terugkeren naar Zeeland. “Ik heb een groter plan met DUIF. Maar, eerst eens afstuderen. En ja, een huisje bij Dishoek lijkt me wel wat. Ik droom er stiekem van om duivenmelker te worden. Twintig duiven, een til in de tuin. Dat ze dan in achtjes over de tuin vliegen.” Chris zoekt wat van z’n Zeeuwse gedichten op en leest ze voor. Het zijn er een stuk of vijf. Hij zucht: “O, toen had ik echt heimwee naar Zeeland.”
Foto’s Mel van Zweeden