Het is nog donker als Groôs richting het kantoor van Staatsbosbeheer rijdt. Onderaan een dijk bij Zonnemaire springt de eerste verrassing voorbij. We dimmen de lichten en bekijken de vijf hertjes een tijdje. Dan ontmoeten we boswachter Wendy Janse. “Je bedoelt dat je reeën hebt gezien? Mensen vergissen zich daar wel vaker in. Waarschijnlijk hadden ze ongeveer de grootte van een geitje?” Dat klopt. We wandelen langs slikken en schorren, leren ezelsbruggetjes en praten over flamingo’s die overwinteren in Zeeland.

 

Niet geschikt voor naaldhakken

Het bevroren gras knerpt onder onze schoenen. Wendy: “Met een vrouwelijke collega grap ik weleens over wanneer we onze naaldhakken aantrekken naar het werk.” We stappen ondertussen flink door en zijn blij dat we onze pumps thuis hebben gelaten. Wendy wijst omhoog: “Kijk, kokmeeuwen. Ze hebben hun oorwarmers op. Hun winterkleed ziet er echt anders uit dan hun zomerkleed. Dan hebben ze namelijk weer een compleet bruin kapje, nu zie je alleen die twee vlakjes op hun kop.” De boswachter pakt haar verrekijker erbij: “In de verte loopt een haas, daar rechts bij de struiken.” 

 

“Ik zat te veel binnen”

Na 2,5 jaar bij Natuurmonumenten een communicatiefunctie te hebben vervuld werkt Wendy sinds december 2015 voor Staatsbosbeheer. “Ik zat te veel binnen, wilde dichter bij de context. Als communicatiemedewerker vertelde ik de verhalen van anderen. Ik wilde het liever zelf zien en meemaken. Nu zit er niemand meer tussen.” Ze was al bekend met de omgeving van haar huidige kantoor, in tegenstelling tot degene die haar de vacature doorstuurde. Wendy moet er nog een beetje om lachen: “Er werd gevraagd of ik een routebeschrijving nodig had voor ‘een plaatsje dat Zonnemaire heet’. Ik ben hier in de polder opgegroeid. Als je in de verte kijkt zie je het huis van mijn ouders. In het haventje heb ik leren zwemmen en ving ik mijn eerste kwallen en krabbetjes. Als kind was ik altijd al buiten: vuurtjes stoken, hutten bouwen, voor de verstoten kuikentjes van onze kippen zorgen.”

De boswachter van nu

Groôs stapt Wendy door haar gebied. “Mensen hebben nog vaak een vertekend beeld van boswachters. Ik loop niet rond met een hoed met veer. Ben ook niet de hele dag buiten in het veld. Zo coördineer ik onze vrijwilligers, volg ik regelmatig trainingen en ben ik betrokken bij veel activiteiten. Mijn gebied heet Zeeland Noord en is behoorlijk uitgestrekt. Er zijn weleens mensen die klagen dat ze de boswachter nooit zien lopen. Nou, dat kan best kloppen. Mijn gebied telt in totaal zo’n 15.000 hectare. Ook geven we geregeld prioriteit aan een bepaald gebied. In de zomer bijvoorbeeld aan de Kop van Schouwen en aan het Grevelingenmeer vanwege de recreatie. Een drukke periode.”

 

“Als je bedenkt dat de mens al zoveel heeft gedaan om de natuur te verstoren, wat is dan ‘de oorspronkelijke staat’?”

Een gulden middenweg

“Het is steeds belangrijker om te laten zien wat we precies doen. Daarom speelt social media een grote rol in mijn werk. Ook schrijf ik samen met andere Zeeuwse boswachters blogs en heb ik contact met de pers. In de toekomst zou ik daar graag vloggen aan toevoegen en ook webcams die een bepaalde soort volgen. De communicatie is belangrijk. Voor veel mensen voelt het namelijk onnatuurlijk dat we ingrijpen in de natuur. Als je bedenkt dat de mens al zoveel heeft gedaan om de natuur te verstoren, wat is dan ‘de oorspronkelijke staat’? Een discutabel begrip. Staatsbosbeheer, maar bijvoorbeeld ook Rijkswaterstaat, werkt aan de biodiversiteit en de kwaliteit van een gebied. Waar we nu lopen, maaien we het gras. Goed voor vogels zoals veldleeuwerik, graspieper en kievit. Ook heeft Rijkswaterstaat onlangs het getij teruggebracht in natuurgebied Rammegors. Het zorgt voor belangrijke eetplekken voor de kust. Zo kan de wulp zich nu weer voleten op een zandplaat. Zie het als een gulden middenweg.”

 

Bevroren zeekraal

Het is acht uur ’s ochtends als we langs de Slikken van Bommenede wandelen. Het is zo koud dat het zoete water, dat bovenop het zoute water drijft, is bevroren. “Kijk, je kunt de golfslag er in herkennen. Die plukjes daar, die boven het water uitsteken, zijn zeekraal. Dat is nu groen, maar in het najaar superrood. Voor mij één van de Zeeuwse tekenen dat de herfst in aantocht is. Je ziet dan één rooie massa.” Wendy hurkt om met haar telefoon een goede foto te nemen van het bevroren zeekraal. Op de achtergrond een grote roze zon die zich snel omhoog werkt. “Het is altijd kiezen tussen de verrekijker en de camera. Meestal kies ik de verkeerde. Het is ook lastig. Je wilt dat wat je bijzonder vindt goed zien, maar ook graag vastleggen. Vaak ga ik in het weekend alsnog voor foto’s op pad.”

Een handige ezelsbruggetje

Groôs wandelt nog altijd nieuwsgierig achter de jonge boswachter aan. Na een tijdje stoppen we weer even om foto’s te maken van een bevroren sleedoorn. Het is een hoge zwarte struik, spierwit door de rijp. “In de zomer hebben ze prachtige witte bloemetjes.” Op de achtergrond schijnt een waterig zonnetje. Weer vliegen er andere vogels over. “Ook al lijken ze niet erg op elkaar, mensen verwarren vaak de wulp voor een kluut en andersom. Het komt waarschijnlijk door de kenmerkende lange, gebogen snavel.” Groôs leert al wandelend een ezelsbruggetje: “De wulp kijkt naar zijn gulp en de kluut naar zijn snuut.”

 

“Caribische flamingo’s in het Grevelingenmeer. Een leuk tropisch cadeautje voor Zeeland!”

Flamingo’s in het Grevelingenmeer

Zijn er eigenlijk nog meer kenmerkende vogels in het gebied? Wendy: “Het meest bizarre dat je in de Grevelingen in de winter kunt zien is de komst van zo’n 60 flamingo’s. Het zijn waarschijnlijk ontsnapte dieren en de groep wordt ieder jaar groter. Ze broeden op de grens van Nederland en Duitsland waar ze hun eieren leggen in hopen klei. Vervolgens vliegen ze met hun jongen naar het zuiden om te overwinteren. Dat zuiden zijn wij, het Grevelingenmeer. De groep bestaat uit drie soorten waaronder de Caribische flamingo. Een leuk tropisch cadeautje voor Zeeland! Zelfs als het vriest, zijn ze hier. Net als nu. Flamingo’s zijn bikkelhard. Gelukkig hebben ze geen overlast van nieuwsgierige mensen, ze bevinden zich dan ook ver op het water. Wel merken we dat sommige natuurfotografen echt de grens opzoeken. Helaas wordt hierdoor de rust van kustbroedvogels verstoord. We zijn nu bezig met een oplossing hiervoor.” Groôs had graag foto’s gedeeld van de flamingo’s, maar zonder telelens is het knap lastig om de roze vogels goed vast te leggen. We raden je vooral aan om zelf een keer te gaan kijken! Na het voorjaar verlaten ze ons pas weer.

 

Meer lezen van en over Wendy Janse? Regelmatig vind je haar verhalen op de Boswachtersblog aan Zee. Een verzameling blogs van Zeeuwse boswachters

Tekst Kim van Zweeden
Foto’s Mel van Zweeden
Delen