De Zeeuwse zusjes zijn de weg kwijt als ze richting De Korenschoof rijden. Een busje stopt naast de auto: “Waar moeten jullie heen? Kamperland? Rij maar achter mij aan!” We rijden een tijdje door de polder achter het busje aan en zien dan in de verte de boerderij van Kees en Connie Steendijk. “Bedankt!” We zwaaien de behulpzame man na. Op het erf komt een vrolijke Connie op ons afgelopen: “Wat leuk dat jullie er zijn. Doen jullie schoenhoezen aan? Kijken we meteen even bij de geitjes.”
Kwetsbare lammetjes
De ruim zeshonderd geiten zijn bevallen of staan op het punt om te bevallen. We horen het gemekker van de kleintjes al buiten. Met blauwe schoenhoezen over onze laarzen lopen we een grote schuur in. Connie: “De lammetjes zijn ontzettend kwetsbaar. We willen ze op geen enkele manier besmetten.” Dan horen én zien we de kleine geitjes. Ze zijn nog heel klein en bijna allemaal wit. Een enkeling is bruin of zwart, sommige lammetjes hebben strepen of stippen. Dochter Anne is druk bezig met het voeren, net als de zus en zwager van Connie. Lachend roept Connie: “Niet te veel stuiven met dat voer! Hun luchtwegen zijn gevoelig en die van mij ook!” De lammetjes springen in het rond. Bij Anne springt er steeds één op haar nek. Anne: “Dit is mijn favoriet, we noemen haar Nekkie. Ze rust niet voordat ze in je nek zit. Deze lammetjes zijn nu vier weken, maar groeien heel snel. Nog even en het gaat zeer doen als ze weer op m’n schouders klimt.” Volgens Connie herken je geitjes naar mate je langer met ze omgaat. “Ik laat jullie zo Scheve Niels zien. Misschien zien we Escapie ook wel. Dat is onze geit die steeds weet te ontsnappen.”









“We maken het cirkeltje hier mooi rond.”
Zelfvoorzienende boerderij
De Korenschoof is niet zomaar een boerderij. Alles is hier biologisch. Ze verbouwden al graan, tarwe en spelt. Toen er vraag ontstond naar biologische geitenmelk, is de familie ook dat avontuur aangegaan. Connie: “Waarom het bio-geiten zijn? Dat ligt vooral aan de voeding. De geiten hebben hier minstens anderhalf keer zoveel ruimte als bij een andere boer. Ze staan nu binnen, maar straks met lekkerder weer mogen ze terug naar buiten. Dat is toch het mooist!” Bij de lammetjes zien we dat de hoorntjes ontbreken. Connie: “Helaas heeft een veearts die eraf gehaald. Anders verwonden ze elkaar of prikken ze in elkaars uiers. Dat kunnen we natuurlijk niet gebruiken. Wel zou ik het liefst alles zo natuurlijk mogelijk doen. Er zitten bijvoorbeeld belangrijke antistoffen in hun hoorns. Maar, omdat we dit voor het eerst doen, doen we het nu nog maar even volgens het boekje. Zoals de rest het doet. Zo hebben we ook de kleintjes gelijk bij hun moeder weggehaald. Dat zou ik liever anders zien. Het oormerken is verplicht.” Niet alleen binnen, maar ook buiten de schuur wordt hard gewerkt. Onder meer aan de eigen waterzuivering. De boerderij is binnenkort zelfvoorzienend. Connie: “We maken het cirkeltje hier mooi rond.”
Stoere bokken
We gaan een andere schuur binnen, die waar alle moeders zijn. We zien dat de geiten in grote bakken van elkaar gescheiden staan. Connie: “Deze hier vooraan zijn zwanger en die daar verderop zijn nog aan het lammeren. Daar helemaal rechts staan de geiten die nog niet vruchtbaar zijn.” Achterin staat een klein wild groepje geiten tof te doen. We snappen wel waarom, die hebben de tijd van hun leven gehad. Connie: “Dat zijn de bokken. Deze veertien mannetjes hebben alle geiten bevrucht. Aai ze maar niet, trouwens. Ze stinken een uur in de wind. Dat krijg je niet meer uit je kleren.” We leren dat alleen de mannetjes zo stinken. Hoe dat komt? Ze plassen op hun voorpoten en in hun sik. Die indringende geur zullen we niet snel vergeten. Anne duikt op tussen de geiten: “Kijk, daar heb je Scheve Niels.” We zien een vrouwtje lopen met een snuit die inderdaad behoorlijk scheef is. Daarna komt een collega de geiten voeren. Ze stuiven uiteen en Scheve Niels verdwijnt snel uit het zicht.







Melk voor biologische geitenkaas
In dezelfde grote schuur bekijken we de melkstal. In het midden van de ruimte staat een groot apparaat met daaraan vele slangen. Connie: “Aan allebei de kanten kunnen dertig geiten staan. De deurtjes gaan dicht, ze krijgen voer en worden ondertussen gemolken. Daarna gaat de wand weer omhoog en kunnen ze terug.” De geiten worden twee keer per dag gemolken. Bij de melkschuur ontmoeten we ook Kees en zoon Bram. Kees: “Deze geiten zijn nu nog maar een jaar oud. Ze geven zo’n drie liter melk per dag. Als ze wat ouder zijn zal dat vier liter worden.” De tank met melk wordt twee keer per week opgehaald. De melk gaat naar Frankrijk en naar de Mèkkerstee in Ouddorp. Bij het laatste wordt biologische geitenkaas gemaakt die je ook weer in de boerderijwinkel van De Korenschoof kan kopen. Connie komt ons halen: “Er is net een lammetje geboren.” We lopen naar de andere kant van de schuur en zien het lammetje liggen. Hij probeert gelijk al te staan, terwijl de moeder het kleintje schoonlikt. Connie: “Ja, dat gaat altijd heel snel. Het lammetje ziet een beetje geel, zie je dat? Waarschijnlijk heeft hij gepoept tijdens de bevalling.”
“Ik denk dat je niet beter kunt krijgen dan wat de natuur je geeft.”
Genieten van wat de natuur je geeft
Het is inmiddels lunchtijd. We schuiven aan bij de familie Steendijk in de keuken. Alles op tafel is biologisch. Van het brood tot de hagelslag. Kees: “Voor dit brood van Brood- en Banketbakkerij Jan Schrieks uit Vlissingen leveren we de spelt aan. Buiten heb je misschien al wel de machine zien staan? Daar schonen we het tarwe mee, dat is een stukje nostalgie. Hij komt uit 1957 of 1958. Ouder dan het baasje!” Sinds 2000 houdt de boerderij zich alleen nog maar bezig met biologische producten. Kees: “Toen we de boerderij van mijn ouders overnamen, zijn we gelijk overgeschakeld. Je gaat je er automatisch meer in verdiepen en je leert de smaak van biologische producten waarderen. Het is lekker en gezond. En ja, wat is gezond? Ik denk dat je niet beter kunt krijgen dan wat de natuur je geeft. Daar kun je niet met allerlei middeltjes tegenop.” Kees vindt het ook leuker om spelt te telen voor bakkers in de regio dan voor grote coöperaties. Kees: “Schrieks was een mooie toevalstreffer. Ik heb letterlijk de Gouden Gids erbij gepakt, gezocht naar de b van bakker en toen de eerste de beste gebeld. Hij bleek ook nog eens biologisch brood te bakken.”







Streekproducten in de boerderijwinkel
Sinds 2014 is er een boerderijwinkel op het terrein. Connie: “In de winkels op Noord-Beveland was er maar weinig biologisch aanbod. Uit onvrede zijn we biologische streekproducten gaan verkopen. Er zijn zo’n 40 tot 50 biologische ondernemers in Zeeland waar we goed contact mee hebben en bio-producten mee uitwisselen. Dit zie je terug in onze boerderijwinkel. We laten de mensen daar meegenieten van ons bedrijf. Soms geef je iemand een kopje koffie om buiten in het zonnetje op te drinken en zie je ze pas twee uur later terug.” Na de lunch bekijken we de winkel. We kunnen het niet laten om een stuk fenegriek kaas en chocolade mee naar huis te nemen. Buiten zien we Kees met zoon Bram staan bij het stukje nostalgie waar hij eerder over vertelde. Kees: “The mean machine, dit is ‘m.” Samen met zoon Bram legt hij uit hoe het schonen van de spelt in z’n werk gaat. We kijken naar de mannen in hun donkere overalls en naar Connie die terugkeert naar de geiten. Het is hard werken op de boerderij, maar wat is het mooi werk
Foto’s Mel van Zweeden