In het zonnetje wachten we op verdediger Bart Nieuwkoop. In De Kuip ruikt het naar vers gemaaid gras. Duiven landen op het veld zodra de sproeiers worden uitgeschakeld. Mannen met bladblazers en bezems zijn druk in de weer om het vuil van de laatste wedstrijd te laten verdwijnen. Na enkele minuten horen we voetstappen achter ons. De jonge Tholenaar verschijnt met een grote glimlach en in zijn blauwe trainingspak. “Stonden jullie hier al lang te wachten?”
“Thuis zijn we allemaal Feyenoordfans.”
Van vak W naar het veld
We beginnen buiten met wat foto’s. Bart gaat er goed voor staan. “Ik heb hier geen training voor gehad hoor. Wel doe ik altijd mijn handen op m’n rug. Dat is standaard.” De twintigjarige verdediger kwam vroeger al in De Kuip als supporter van de Rotterdamse club. Hij wijst richting de tribune. “Eerst zat ik in vak W en in het laatste jaar in vak VV. Dat is daar bovenin.” De liefde zat er al vroeg in. “Thuis zijn we allemaal Feyenoordfans. Mijn vader heeft gevoetbald en allebei mijn broers spelen nog steeds bij de Tholense Boys. Toen ik jonger was bezochten we samen de Open Dagen in De Kuip. Toen ik zelf als nieuwe speler werd geïntroduceerd tijdens zo’n Open Dag kwam ik ook in een helikopter aan. Op dat moment onderga je het vooral, maar besef je het niet zo goed. Het gaat allemaal zo snel, het overkomt je. Maar wat een ontvangst was dat. Ineens ben jij degene waar al die mensen naar kijken.”
Nuchtere Zeeuw
De Tholenaar is zichtbaar onder de indruk van wat hij meemaakt bij Feyenoord, maar blijft bescheiden. Bart: “Vroeger al was er maar één doel: profvoetballer worden. Op de basisschool werd ik altijd een beetje tegengesproken, ‘want dat word je niet zomaar’. Heel nuchter allemaal. Zo ben ik ook opgevoed: met beide benen op de grond. En als je iets graag wil, dan moet je daar hard voor werken en er echt voor gaan. Het is mijn droom om basisspeler te worden bij Feyenoord. Ik train zes dagen per week en zit er voor m’n gevoel dicht tegenaan. In mijn eerste seizoen heb ik vijf keer in de Eredivisie gespeeld. In dit tweede seizoen wil ik dat minstens evenaren of verbeteren. Tot nu toe is dat helaas nog niet gelukt. Wel werd ik onlangs tegen N.E.C. in de 85e minuut ingezet. Ook al is het maar voor even, je wil het beste van jezelf laten zien. Door mijn voorzet werd er gescoord. Dat was mooi. Het Nederlands Elftal? Ja, dat wil ik ook graag, maar dat is weer een stap verder. Ik doe alles stap voor stap.”








Mooie herinneringen
Het had ook heel anders kunnen lopen. Met Bart blikken we terug naar toen hij nog een klein jongetje was. “Ik was vier toen ik voor het eerst op het veld stond. Ik vond er niks aan, ging snel van voetbal af. Ik heb daarna twee lessen judo gevolgd, maar dat was het helemaal niet. Toen ben ik toch maar weer gaan voetballen.” Inmiddels draait zijn hele leven om deze sport. We lopen achter Bart de beroemde tunnel door. “Elke thuiswedstrijd is bijzonder, of ik nu op de bank zit of niet. De eerste keer door deze tunnel met een speler aan de hand vergeet ik nooit meer. Net als mijn Eredivisie debuut. Je draagt dan een shirt dat je ook mag houden. Die hangt nu bij mij thuis aan de muur.”
“Ik vind het belangrijk om dichtbij vrienden en familie te zijn.”
Verknocht aan Tholen
De voetballer woont in Bergen op Zoom. Bart: “Dat is eigenlijk alleen omdat ik geen appartement in Tholen kon krijgen. Ik vind het belangrijk om dichtbij vrienden en familie te zijn. Ik woon op maar tien minuten rijden van mijn ouders en ben daar vaak doordeweeks om een hapje te eten. Op zaterdag ga ik meestal kijken bij de Tholense Boys. Net als mijn broers zitten veel vrienden in dat team. Ook naar De Kuip is het niet ver rijden vanaf waar ik nu woon. Zeker met die nieuwe weg.” Veel verder dan Tholen en omstreken trekt hij Zeeland niet in, behalve in de zomer. Dan gaat Bart naar het strand van Zoutelande. We kletsen nog even verder over zijn thuis en krijgen een gouden tip. “Er zit een heel lekker broodjeszaakje in Tholen: Het Kaeswienkeltje.” Hij spreekt het op z’n Zeeuws uit. “Het is lekker en goedkoop! Zeker de moeite waard.”

Bijzonder ritueel
Bart is blij dat hij fulltime voetbalt en niet achter een bureau zit. “Ik kan niet stilzitten. Ik heb de Havo afgerond, dat was belangrijk, en heb daarna alles op voetballen gegooid.” Het is niet alleen maar hard werken bij Feyenoord. “We zijn een gezellig en jong team. De spelershome heeft een huiskamergevoel. Daar eten we samen en poolen of darten we tussen de trainingen door. Je ziet elkaar bijna dagelijks, dan moet je er ook voor zorgen dat je vrienden wordt.” Voor de wedstrijd schijnt de jonge verdediger er een bijzonder ritueel op na te houden. “Dat klopt ja! Het is meer een gewoonte. Ik weet niet precies hoe het is gegroeid, maar ik doe altijd eerst mijn linkersok, -scheenbeenbeschermer en -schoen aan, daarna pas alles aan de rechterkant. Laatst stond dit in een interview op de website van Feyenoord, net voor de wedstrijd. Mijn vader zag het en stuurde me een berichtje dat hij dit ook zo deed. En nee, ik heb dat niet bij hem afgekeken!” Regelmatig komt zijn trotse familie kijken in De Kuip. “Mijn ouders hebben altijd alles voor ons gedaan. Vroeg opstaan, ons heen en weer gereden voor de wedstrijden. Ze vinden het mooi om te zien dat ik dit bereikt heb.”
“Je blijft gewoon een Tholenaar”
In de brasserie van De Kuip kijken mensen verrast op als Bart binnenloopt. Twee mannen fluisteren goedkeurend over zijn spel. “Zeiden ze dat? Wat leuk, dat hoorde ik niet.” Bart wordt niet alleen in het Feyenoordstadion herkend, maar ook op straat. “In Tholen herkennen ze me sowieso al, nog van toen ik een klein jongetje was. Daar vragen mensen dan ook niet zo snel om een handtekening of foto. Je blijft gewoon een Tholenaar. Nu in Bergen op Zoom en in Rotterdam gebeurt het steeds vaker dat mensen me aanspreken. Dat is leuk, ik was zelf ook zo. Niet dat ik per se bekende voetballers aansprak, ik vond gewoon leuk om naar ze te kijken.” In de brasserie nemen we afscheid van Bart. Na zijn pauze, lunchen met het team en het gesprek met Groôs op Zeêland, moet hij door naar zijn tweede training van die dag. Opnieuw aan de bak om zijn grote droom waar te maken
Foto’s Mel van Zweeden